NMF-NVC
National Marine Facilities (NMF)
De 'National Marine Facilities (NMF)' maken onderdeel uit van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ). Op haar beurt is NIOZ een onderdeel van NWO.
NMF biedt aan zowel mariene als aan maritiem technische onderzoekers en ontwikkelaars de gelegenheid om aan boord van de onderzoekvaartuigen van de NMF hun onderzoeksactiviteiten uit te voeren, resp. hun innovatieve systemen en methoden te testen.
De kern van de National Marine Facilities bestaat uit de NMF-vloot.
NMF-vloot
Foto: De NMF-vloot van mariene onderzoeksvaartuigen, hier samen afgemeerd in de NIOZ-haven op Texel: van links naar rechts RV Stern; RV Navicula en, het vlaggeschip van de vloot, RV Pelagia.
Meer over de NMF-vloot is te vinden via onderstaande betreffende tab.
NMF Vaartijdenregeling
Om in aanmerking te komen voor vaartijd t.b.v. marien en maritiem-technologisch onderzoek, waarbij men gebruik wil maken van de national Marine facilities (NMF), is een vaartijdenregeling getroffen.
Meer hierover via onder onderstaande tab 'Vaartijdenregeling'
Hier vindt u o.m. onder welke voorwaarden en hoe u vaartijd kan aanvragen.
Nationale Vaartijden Commissie (NVC)
Voor de onderlinge verdeling van de vaartijd van de 'National Marine Facilities' (NMF) tussen de verschillende onderzoeken is de 'Nationale Vaartijden Commissie' (NVC) in het leven geroepen.
Meer hierover via onderstaande tab 'Nationale Vaartijden Commissie (NVC)'.
NMF Vaartijdenregeling
Wetenschappers uit verschillende disciplines kunnen, incidenteel of regelmatig, enkele dagen tot meerdere aaneengesloten weken aan boord van een onderzoeksvaartuig doorbrengen, om observaties en metingen te verrichten.
Uitgangspunten
De nationale zeegaande faciliteiten (schepen incl. afschrijving, bemanning, brndstof, havengelden, apparatuur en bijbehorende ondersteuning) worden centraal bekostigd vanuit NWO; de bekostiging loopt via de basisfinanciering voor het NIOZ, met specifieke bestemming NMF (Nationale Marine Faciliteiten)
De nationale zeegaande facilieiten zijn ván en vóór de wetenschap.
NWO stelt deze infrastructuur ter beschikking van de Nederlandse mariene en maritieme wetenschappen.
De schepen hoeven niet meer om financiële redenen aan commerciële partijen verhuurd te worden!
Als gevolg van het nieuwe financieringsmodel voor nationale zeegaande faciliteiten, welke zijn ondergebracht binnen het NMF, is er nu een kostendekkend, duurzaam exploitetaiemodel voor de Nationale zeegaande infrastructuur.
Mogelijke toekomstige tekorten in het exploitatiebudget worden in principe uit centrale NWO-middelen gedekt.
Inhoudelijke samenwerking met private partijen (bv. Topsector Water & Maritiem) is mogelijk en wenselijk, waarbij de faciliteiten niet meer verhuurd hoeven te worden om tekorten in het exploitatiebudget te dichten.
Kosten
De kosten voor onderhoud en gebruik van de nationale zeegaande faciliteiten zijn onder te verdelen in de volgende twee groepen:
Basiskosten voor het draaiende houden van de schepen (incl. onderhoud, afschrijving, bemanning, voeding, brandstof, havengelden) en apparatuur (incl. benodigde personele technische ondersteuning) te vertalen in kosten per vaardag.
Specifieke kosten voor de uitvoering van een bepaald zeegaaand onderzoeksproject (project-specifieke apparatuur, incl. bijbehorende spcialistische ondersteuning en consumables, reiskosten voor de wetenschappers).
Doelgroepen
Onderzoekers aan de Nederlandse academisch instellingen (ook TO2, industrie).
Bij subsidieprogramma's (e.g. Open competitie, Vernieuwingsimpuls, NWA, Topsectoren, Zwaartekracht) van NWO.
Voorwaarden
Onderzoekers komen in aanmerking voor vaartijd als hun project via een wetenchappelijke peer-review procedure is goedgekeurd. Er volgt geen verdere inhoudelijke toetsing voor het verkrijgen van vaartijd.
Hiernaast kan de NMF vloot worden ingezet voor onderzoek welke niet direct gefinancierd wordt vanuit een peer-review proces, maar wordt bekostigd vanuit eigen middelen(e.g. onderzoek dat wordt uitgevoerd vanuit kennisinstellingen of vanuit het bedrijfsleven.
Tenslotte kan ook vaartjd gereserveerd worden voor onderzoek dat wordt uitgevoerd vanuit de Topsectorn (Water & Maritiem, Energie, Agri&Food)
Prioriteit bij toekenning
Als uitgangspunt voor toekenning van vaartijd geldt dat voorstellen, welke door externe peer-review zijn beoordeeld, geprioriteerd worden boven voorstellen welke zonder externe peer-review zijn toegekend.
Daarnaast dienen projecten een budgetpost voor uitvoeringskosten te hebben welke inredelijke verhouding staat tot de omvang van de kosten van de aangevraagde vaartijd.
Aanvraagprocedure
Vaarwensen kunnen via de website Marine Facilities Planning worden aangemeld op het moment dat een onderzoeksvoorstel wordt ingediend.
Hierbij wordt geadviseerd om vooraf contact op te nemen met de NMF-coördinator Erica Koning via erica.koning@nioz.nl.
Aanvullend wordt vanuit MKC geadviseerd om ook de topsectoren-vertegenwoordiger in de NVC, Reginald Visser, te informeren via rtbvisser@planet.nl, zodat hij op de hoogte is van de indieningen vanuit de maritieme sector en die eventueel ook kan ondersteunen in het proces.
Voor verdere info zie de betreffende info- en contactpagina op de NIOZ-website.
Buitenlandse onderzoeksfaciliteiten
Naast het gebruik van de vaartijd op NMF schepen is er ook de mogelijkheid voor de Nederlandse onderzoek-gemeenschap om mee te varen op buitenlandse schepen, aangesloten bij de Ocean facilities Exchange Group. (OFEG)
Het NMF is ook het aanspreekpunt voor mariene wetenschappers uit Nederland om toegang te krijgen tot de Europese onderzoeksvloot van onze partners in de Ocean Facilities Exchange Group (OFEG).
Nationale Vaartijden Commissie
De Nationale Vaartijdcommissie (NVC) is ingesteld door het NWO-domein ENW.
Taken en verantwoordelijkheden
Deze commissie heeft als doel de vaartijd efficiënt, transparant en rechtvaardig onder gebruikers te verdelen. De commissie velt daarbij echter geen oordeel over de wetenschappelijke inhoud of kwaliteit van een voorstel.
De vaarplanning wordt opgesteld door de National Marine Facilities (NMF). De NVC beoordeelt deze en keurt deze al dan niet goed, of vraagt de NMF de vaarplanning te wijzigen.
De NVC vergadert een à twee keer per jaar om de vaartijdverdeling te bespreken en vast te leggen.
Samenstelling
De Nationale Vaartijdencommissie NVC wordt op voordracht van betrokken entiteiten door NWO ingesteld.
De NVC bestaat uit vijf personen: een wetenschappelijk lid vanuit een wetenschappelijke kennisinstelling, een medewerker van de NMF, een medewerker van NIOZ, een lid vanuit aangesloten Topsectoren (e.g. TS Water & Maritiem, TS Energie, TS Agri&Food) en een onafhankelijk voorzitter.
- Prof. dr. Jack Middelburg - voorzitter |
Hoogleraar Algemene Geochemie bij de afdeling Aardwetenschappen van de Universiteit Utrecht. Hij was voorzitter van de wetenschappelijke adviescommissie van de NICO-expeditie 2017-2018 (Netherlands Initiative Changing Ocean) gefinancierd door NWO en uitgevoerd door NIOZ-NMF met de RV Pelagia. |
- Drs. Reginald Visser, Sbn(bd) | Voormalig directeur Maritiem Kennis Centrum - MKC. Vertegenwoordiger Topgebieden Energie, Agri&Food en Water &Maritiem |
- Dr. Katja Peijnenburg | Senior Onderzoeker Mariene Biodiversiteit Naturalis Biodiversity Center. Senior medewerker Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED), Universiteit van Amsterdam (UvA) |
- Dr. Erica Koning | National Marine Facilities (NMF) |
- Prof. dr. Gert-Jan Reichart | Hoofd afdeling Ocean Systems (Koninklijk NIOZ) |
NIOZ beschikt in NMF verband over drie mariene-onderzoeksvaartuigen,
t.w.: RV Pelagia, RV Navicula en RV Stern.
'RV Pelagia',
het 66 meter lange vlaggeschip van de vloot, dat het hele jaar door kan werken in alle oceanen en zeeën, behalve in poolgebieden.
'RV Navicula'
een schip van 23 meter dat opereert in de Waddenzee, de Zeeuwse en Zuid Hollandse Delta en de Noordzee nabij de kust.
'RV Stern'
een16 meter lang schip, de kleinste van de NIOZ-vloot, dat is uitgerust voor dagtochten en wordt voornamelijk gebruikt voor het vervoeren van mensen en goederen over de Waddenzee, om daar onderzoekswerkzaamheden uit te voeren.
Zie verder ook www.nioz.nl/national-marine-facilities/research-vessels
NMF NIOZ Vlootvernieuwing
NMF-NIOZ werkt aan de hoognodige vlootvernieuwing.
Als eerste is de al 40 jaar oude 'RV Navicula' aan de beurt.
Op 26 januari 2021 heeft het NIOZ opdracht gegeven aan 'Thecla Bodewes Shipyards' in Harlingen voor de bouw van 'RV Wim Wolff'.
Prof. dr. Wim J. Wolff heeft veel voor waddengebieden wereldwijd betekend. Zo stond hij aan de basis van grootschalige onderzoeksprogramma’s in de Waddenzee en de Banc d’Arguin (Mauritanië) en aan de ontwikkeling van een beheervisie voor de Waddenzee. Meer over Wim Wolff
Ook de ontwikkeling en aanbesteding van de opvolger van RV Pelagia verkeert technologisch onderzoek en beproeving van deelsysteem-prototypes te faciliteren meegenomen. Hierbij kan gedacht worden aan in situ onderzoek op het gebied van hydrodynamica, cavitatie en voortstuwing, alternatieve brandstof-energiesystemen, verfsystemen / aangroeiprotectie, Digital Twin, wind-assist enz.enz.
Om de mogelijkheden die NMF thans ook aan niet-mariene onderzoeksgebieden biedt wat concreter te maken volgen hier enkele voorbeelden maritiem-technologische onderzoeksprojecten. Deze zijn hetzij gerealiseerd, hetzij voorlopig nog fictief.
Hierbij kan gedacht worden aan in situ onderzoek op het gebied van hydrodynamica, cavitatie en voortstuwing, alternatieve brandstof-energiesystemen, verfsystemen / aangroeiprotectie, Digital Twin, wind-assist enz.enz
voert als eerste maritiem technologische vaartesten uit aan boord van een van de NMF-NIOZ onderzoekvaartuigen.
Na het tot stand komen van de NMF-regeling, waarbij de Nederlandse mariene onderzoekvaartuigen bij het NIOZ ook beschikbaar zijn gesteld voor onderzoek door andere dan uitsluitend mariene wetenschappelijk disciplines, zoals maritieme techniek en waarbij ook het bedrijfsleven in de gelegenheid wordt gesteld om haar prototypes en innovatieve werkwijzen, was het interessant om te zien hoe dat in de praktijk uit zou pakken.
Econowind heeft in de loop van tijd al verschillende Ventifoil® producten succesvol in de markt gezet.
Het meest recent is de Containerized Econowind Unit (zie afb.). Deze bestaat uit twee Ventifoils, die initieel opgevouwen zitten in een soort 40 ft container, om vandaaruit opgeklapt voor extra - wind-gedreven- stuwkracht te zorgen.
En hoewel er aan boord van enkele commerciële schepen al enkele beproevingen hadden plaatsgevonden, pakte Econowind graag deze kans aan om ook in een echte testomgeving nog de nodige aanvullende metingen uit te voeren. Die testomgeving betrof dus RV Pelagia, die op zich al voorzien is van allerhanden meetsystemen en andere faciliteiten om onderzoek mee uit te voeren.
Het doel van de op 27 augustus 2020 uitgevoerde testen was om de invloeden van het varen met eConowind unit te meten aan boord van RV Pelagia, zowel m.b.t. het brandstofverbruik als andere invloeden op het schip. Verwacht werd dat invloeden van de eConowind unit op het schip snel meetbaar zouden zijn, gezien de Pelagia het kleinste schip is waar tot dusver met de unit op is getest.
De installatie vond vooraf plaats in de NIOZ-haven op Texel. Vandaaruit werd koers gezet naar de Noordzee om ter hoogte van Calantsoog diverse testruns in uiteenlopende richtingen en snelheden te varen.
Hierbij werden metingen verricht met de Ventifoils afzonderlijk en ook samen uitgevouwen.
Deze metingen hebben het inzicht in de werking van de Ventifoils en hun wederzijdse beïnvloeding onder verschillende relatieve wind- en koershoeken verder vergroot. Ook was men in staat om de regelingen van de systemen nog wat verder fijn te tunen.
Jammer was wel dat er maar een matige bries stond. Ook een periode met een wat steviger wind was eigenlijk nodig geweest. En dat brengt ons wel tot de conclusie dat je niet te bescheiden moet zijn t.a.v. het te reserveren tijdvenster.
En ten slotte: beide partijen waren enthousiast over de uitstekende samenwerking en over de mogelijkheden die RV Pelagia voor maritiem technologisch onderzoek te beiden heeft.
Dat gold niet in de laatste plaats ook voor de bemanning van de Pelagia, waarvoor zowel het installeren van de Ventifoil-unit en bijbehorende meetapparatuur, als het varen van de gewenste testruns weer eens wat anders was.
Voor een toelichting op bovenstaande beproevingen gelieve contact op te nemen met Frank Nieuwenhuis nieuwenhuis@econowind.nl